woensdag 26 december 2012


Wat betekent het om te studeren in de digitale wereld?

Professor Dr. Brand-Gruwel, hoogleraar learning Sciences aan de Open Universiteit vertrekt in haar oratie 'Leren in een digitale wereld: uitdagingen voor het onderwijs' vanuit de definitie van Alexander et al. (2009) over leren:
Leren is een multidimensionaal proces dat resulteert in een relatief duurzame verandering in een persoon of personen en de manier waarop die persoon of personen de wereld waarnemen en reageren op de wereld vanuit een fysiek, psychologisch en sociaal perspectief. Het leerproces vindt zijn fundament in de relatie tussen de karakteristieken van de persoon, het object van leren en de
ecologische situatie in een bepaalde tijd op een bepaalde plaats, maar ook over een bepaalde tijdspanne.

De vier dimensies die Alexander et al onderscheidde in het fundament van het leerproces, worden door Prof. Dr. Brand- Gruwel tegen het licht gehouden vanuit het leren in een digitale wereld.
-1- Het wat in leren

Styaert (2000) onderscheidt 3 clusters wat betreft digitale vaardigheden namelijk de instrumentele vaardigheden, de structurele vaardigheden en de strategische vaardigheden.

De instrumentele vaardigheden zijn de operationele handelingen die nodig zijn om te kunnen omgaan in een informatiemaatschappij.  Voorbeelden hierbij zijn een e-mail kunnen versturen en een softwarepakket kunnen installeren.
De structurele vaardigheden zorgen ervoor dat men kan omgaan met de hoeveelheid aan informatie, waarbij men de kwaliteit ook niet uit het oog mag verliezen.
De strategische vaardigheden richt zich op het nemen van beslissingen aangaande de toegereikte informatie en het effectief gebruiken van deze informatie.
Door onderzoek werd nagegaan hoe mensen op structureel en strategisch niveau vanuit een informatiebehoefte een zoekvraag stellen, informatie vragen, kritisch omgaan met informatie, de inhoud van de informatie bestuderen en verwerken.  Daaruit blijkt dat leerlingen wat betreft het structurele en strategische niveau nog vaak vaardigheden missen.  Hierin ligt zeker een taak voor het onderwijs om deze vaardigheden verder te ontplooien.

-2- Het wie in leren

De karakteristieken van een persoon bepalen mee het verloop van het leerproces (Alexander et al, 2009).  Prof. Dr Brand-Gruwel  zet hierbij een aantal karakteristieken in de verf, namelijk motivatie, voorkennis en opvattingen over kennis en meningen.  Ze implementeert deze persoonlijke karakteristieken in het digitale leren.
De motivatie bij jonge scholieren is alleszins aanwezig, blijkt uit onderzoek van Beljaarts (2006), 87 % van hen zoekt informatie op via het internet, terwijl slechts 4 % hiervoor naar de bibliotheek gaat.  Zij hebben geen angst van nieuwe technologieën en zijn hiermee vertrouwd.  Bij de oudere generatie ligt dit anders.
De voorkennis van een persoon speelt ook een rol voor het verwerven van informatie.  Bij het leren worden reeds bestaande cognitieve schema's verder verfijnd en onderbouwd.  Dit gebeurt niet alleen bij het leren van schoolse kennis maar ook bij het verwerven van digitale vaardigheden.
Een derde persoonlijk kenmerk is hoe de lerende tegenover de kennis staat, of wat ook de epistemologische opvattingen genoemd wordt, temeer daar men op het internet aan een bijna ongelimiteerde hoeveelheid van informatie kan beschikken, die zelfs tegenstrijdig kan zijn hoewel het onderwerp ongewijzigd blijft.
Iemands eigen mening ten opzichte van kennis is een laatste persoonlijk kenmerk, dat bepalend is voor het verwerven van informatie.  Hoe meer een persoon overtuigd is van een bepaalde mening, , hoe gemakkelijker hij informatie gaat vinden en vooral selecteren om de eigen mening kracht bij te zetten.  Dit wordt in de literatuur wel eens de 'confirmation bias' genoemd (Taber & Lodge, 2006).
-3- Het waar in leren

De fysieke, sociale en culturele omgeving waarin wordt geleerd heeft een impact op welke formele en informele leerstof wordt verworven en hoe deze tot stand komt.  Vandaag de dag worden er in scholen al veel technologische middelen ingezet om het vakinhoudelijk aspect te ondersteunen, maar er is ook een toenemende trend om gepersonaliseerde  leeromgevingen te creëren op maat van de lerende.  Dit vraagt van de lerende wederom een digitale vaardigheid.

-4- Het wanneer in leren
Dat leerstof verwerven afhangt van het tijdstip wanneer deze wordt aangeboden, wist de generatie voor ons reeds (Vigotsky, 1978).  In de huidige digitale wereld wordt de generatiekloof vaak voorgesteld met de jonge generatie als de 'digital natives' en de ouderen als de 'digital immigrants'.  Uit onderzoek blijkt dat dit voor beide groepen overdreven is en dat maar weinig studenten hun digitale kennis het gebruik van het internet, sociale netwerken en e-mail  overstijgt.  We moeten hierbij opletten om niet stigmatiserend te handelen in het leren van digitale vaardigheden.  Het 'wanneer' speelt uiteraard een rol, maar de relatie die het individu heeft ten opzichte van het aanleren van digitale vaardigheden zal van belang zijn om succes te boeken.

De taak van het onderwijs bestaat er nu in het leren mogelijk te maken met kennis van bovenvernoemde dimensies (WAT, WIE, WAAR en WANNEER) zodat dit leidt tot betere leerprestaties.  Prof. Dr. Brand-Gruwel  beschrijft vervolgens dat er hier uitdagingen liggen op het niveau van het management, het lerarenteam en de leraars.
Het management is verantwoordelijk voor een breed gedragen onderwijsvisie die aansluit bij het leren in een digitale wereld.  Deze visie is de leiddraad voor allerlei innovaties die het nieuwe leren met zich mee zal brengen.
Wat het lerarenteam betreft, verdedigt de professor de stelling dat er best een leerlijn voor handen is die o.a. omvat welke digitale vaardigheden moeten bereikt worden, de uniformiteit die er moet gehanteerd worden aangaande de digitale verwerking in elk van de verschillende vakken, de beoordeling die hiermee gepaard gaat, enz.
De leraren zorgen op hun beurt voor de implementatie van deze leerlijn en moet gepaste keuzes maken aangaande de aanwending van de digitale mogelijkheden voor de vakinhoud.  Dit vergt van het werkveld een degelijke kennis van wat er allemaal op de markt is voor zijn/haar vakdomein en dat ze de studies aangaande het leerrendement met behulp van digitale werkmiddelen op de voet volgen.

Bronnen:
http://dspace.learningnetworks.org/bitstream/1820/4456/1/ORATIE-def%2004-10-2012.pdf

http://www.eric.ed.gov/ERICWebPortal/search/detailmini.jsp?_nfpb=true&_&ERICExtSearch_SearchValue_0=EJ865120&ERICExtSearch_SearchType_0=no&accno=EJ865120

http://www.psy.cmu.edu/~siegler/vygotsky78.pdf

http://portal.ou.nl/web/topic-informatievaardigheden/home/-/wiki/Main/Belang%20van%20informatievaardigheden

Geen opmerkingen:

Een reactie posten