maandag 24 december 2012

2 - Wat komt er terecht van ict-toepassingen in het onderwijs - cases 1-3


1. Leren construeren met LECO

LECO is een digitaal lespakket voor studenten die een mbo-opleiding tot timmerman volgen. Leraars en leerlingen waren positief over werken met LECO, maar er zijn geen significante verschillen gevonden tussen de experiment- en de controlegroepen ten aanzien van inzet, motivatie en waardering van de lesstof. Wel heeft de leerling naderhand een database van tekeningen die hij op zijn opleidingsbedrijf verder kan uitwerken. En dus is er een betere koppeling tussen theorie en praktijk. Leraars denken dat met meer ervaring met het programma er meer uit gehaald kan worden. De leerlingen ‘vinden het helder, prettig en zijn gemotiveerd om met hun eigen tekening aan de slag te gaan.’ De leraars ‘geloven in het programma en in de filosofie erachter: niet meteen beginnen, maar eerst nadenken en af en toe stilstaan bij waar je mee bezig bent. Het idee is dat ze die bewustwording meenemen naar de volgende opdracht en dat dit gaandeweg hun eigen werkhouding wordt.’

Het enthousiasme van de leraars en de leerlingen is de reden om, ondanks gebrek aan verbeterde kennis, door te gaan.


2. Bloggen over stage

In plaats van een stageverslag, schrijven de leerlingen een blog over hun ervaringen. Leerlingen en docenten ervaren dat het contact tussen hen regelmatiger is dankzij de blog. De leerlingen zijn eerder bezig met hun evaluatie, de docenten kunnen eerder inspringen, het hele begeleidingsproces is intensiever. Als nadelen werden de extra benodigde tijd genoemd en het feit dat bedrijfsgevoelige informatie op het Blog gezet konden worden. Om dit laatste op te lossen, werd er gewerkt met passwords voor leerlingen, school en bedrijf. De werkhouding van de student werd positiever beoordeeld (maar: verbeterde zijn houding door de continue zelfevaluatie of werd zijn houding duidelijker voor de leraar?). De leerlingen waren de neutraal over het gebruik van een blog, maar de leraars en begeleiders van het bedrijf waren positiever over deze leerlingen dan over die met een stageverslag. ‘Vanaf komend schooljaar gaan we ál onze studenten een blog laten bijhouden op hun stageplek. Wij maken tevens een koppeling met het vak Nederlands. Daar leren de studenten bijvoorbeeld hoe zij hun cv moeten maken voor LinkedIn en hoe zij daar steeds nieuwe informatie bij kunnen zetten. Zo wordt omgaan met sociale media een integraal onderdeel van onze opleiding.’

3. Videolessen volgen

Op leerrendement, inzet, motivatie en waardering werden geen positieve resultaten gevonden. Een videoles werd dodelijk gevonden, leerlingen vonden alleen filmpjes die verbreding of verdieping boden interessant, zoals korte instructiefilmpjes voor koks-in-opleiding. De leerlingen gaan niet spontaan zelf een videofilm bekijken, maar wel als de leraar hen daarop wijst. Een QR-code die zij in de les van een filmpje krijgen zullen ze niet onderweg naar huis al met een smartphone scannen, omdat dat duurder is dan thuis via de pc kijken. Een videoles met een opdracht eraan gekoppeld en de leraar als coach in de buurt werd ook genoemd als positief.

Ondanks vrij negatieve resultaten in het onderzoek, zijn de leraars positief en gaan ze graag met videofilmpjes aan de slag, terwijl er geen betere schoolresultaten worden gemeten. Gaat het bij het inzetten van videofilmpjes dan wel om de resultaten of gaat het eerder om afwisseling in de les te brengen? Instructiefilmpjes daargelaten natuurlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten