1.
Introductie
We leven vandaag in een
maatschappij waar, praktisch, iedereen met elkaar verbonden is. Deze
verbondenheid kan problemen veroorzaken. Onveilig surfen, manipulatie door
Tv-zenders, het zijn dagelijkse zaken, die eerder onbewust gebeuren. Een voorbeeld
heb ik gevonden uit dit artikel.
Hierin staat dat de Belgen zich veiliger voelen dan surfers in andere landen.
Maar het veiligheidsgevoel is onterecht, cybercriminaliteit is een echte plaag,
waartegen men zich zo goed mogelijk moet beschermen.
Er zijn zodanig veel
slachtoffers, daarom moet iedereen bewust, kritisch en gecontroleerd omgaan met
verschillende soorten media. De Vlaamse overheid, ziet het probleem ook, en
reageert door de conceptnota 'Mediawijsheid'.
2. Mediawijsheid-beleid
in België
De bedoeling van het
beleid is om de veiligheid te verhogen, door de competenties te verhogen van
het individu. Die individuen moeten zo actief, kritisch en bewust mogelijk
omgaan met de verschillende soorten media. Het beleid vertrekt vanuit een
emancipatorische visie. Maar zoekt tegelijk naar een stabiel evenwicht tussen
bescherming en emancipatie.
Een doeltreffend beleid
veronderstelt een goede samenwerking tussen de verschillende betrokken actoren.
De rol van de overheid, kan op gesplitst worden in 5 taken.
- Coördineren
- Reguleren
- Faciliteren
- Sensibiliseren
- Monitoren
Dit alles werkt met het
principe van de subsidiariteit, d.w.z. dat men alles organiseert op het laagste
niveau overheid dat mogelijk is.
Het beleid benadrukt de ‘fragiele’
positie van kinderen en jongeren bij het gebruik van media. Deze zouden
gestimuleerd moeten worden in hun alertheid en een gepaste begeleiding krijgen
om de risico’s het hoofd te bieden. Men stelt ook dat het belangrijk is dat
scholen goed voorzien zijn in deftige infrastructuur, die men ten volle moet
gebruiken. Ook zou de digitalisering van informatie uit verschillende
collecties (bv. musea, cultuurhuizen,…) een geschikt leerobject zijn, de overheid zou
hier meer moeten investeren.
Het platform ingebeeld
is een stap in de goeie richting. Ze organiseren al activiteiten voor kleuters,
die dan zo hun eerste stapjes zetten in de (audio-)visuele media. Maar ook
docenten worden betrokken, die moeten natuurlijk die wijsheid door spelen aan
hun leerlingen.
Media in het onderwijs is
heel belangrijk, en moet een belangrijkere rol spelen in de leraren opleiding.
Het blijkt uit onderzoek dat stagelopende leerkrachten blijven grijpen naar het
bord, leerboeken etc. Men kan dus stellen dat het grijze stereotype beeld van
het onderwijs in stand wordt gehouden, of met andere woorden, het saaie
stereotype beeld. De klacht naar deze toekomstige onderwijzers bestaat er dus
in dat ze dagelijks leven met technologie, maar de stap niet durven zetten om
die technologie te integreren in hun lessen.
Er zijn dus al
initiatieven die een stap in de goeie richting zetten, maar het probleem is nog
niet opgelost. Die initiatieven moeten verder uitgebouwd worden, terwijl er nog
altijd plaats is voor vernieuwing. Verder investeren in het onderwijs is een
must, maar men mag ook niet de oudere generatie uit het oog verliezen. Deze zijn
over het algemeen nieuw met deze media, en hebben ook recht op een veilig
gebruik. Cursussen voor ouderen bestaan al, maar bereiken in mijn ogen een te
beperkt publiek.
Kortom, het besef dat
mediawijsheid essentieel is in onze samenleving bestaat. Dit wordt vertaald in
de verschillende bestaande initiatieven. Een veilige mediawereld bestaat niet,
maar zit wel volop in proces. Initiatieven moeten dus volop gestimuleerd en
ondersteund worden, om dit proces te kunnen voltooien.
Gebruikte bronnen:
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=20100922120620
http://www.ond.vlaanderen.be/ict/beleid/conceptnota-mediawijsheid.pdf
http://www.ingebeeld.be/