vrijdag 30 november 2012

De gevaren van het internet

Volgens het Europese rapport ‘EU Kids Online’ zijn onze leerlingen gemiddeld iets meer online vaardiger dan hun Europese leeftijdsgenoten. Onze leerlingen gebruiken internet minder voor hun schoolwerk, en eerder ter ontspanning. Maar weten ze ook hoe je het internet veilig gebruikt? Sommigen wel, anderen niet. Immers, niet elk kind of tiener weet hoe ze hun veiligheid online kunnen verhogen. Ook leerkrachten en ouders onderschatten de risico’s van het internet. Enkele risico’s van internetgebruik zijn: cyberpesten, seksueel misbruik, sociaal isolement, virussen, ... .
Wat kan je doen opdat kinderen en jongeren het internet veilig kunnen gebruiken?
Er kunnen verschillende acties worden ondernomen, zowel thuis als in de school.
Zo werkt Belgacom samen met Microsoft en Child Focus om iedereen bewust te maken van de risico's. Zo hebben ze een opleiding verantwoord internetgebruik ontwikkeld voor leerlingen van het 4de tot en met het 6de leerjaar lager onderwijs. Tot nu toe kregen heel wat leerlingen van deze opleiding, en kan gezegd worden dat het een groot succes is.
Verder kan je op de website 'Clicksafe' van Childfocus informatie vinden omtrent veilig en verantwoord internetgebruik. Kinderen, jongeren, ouders en professionals kunnen hier terecht voor de nodige tips en tricks.
Ook Microsoft biedt heel wat ondersteuning, zoals Windows Live Family Safety, om kinderen te beschermen op het internet. U kan uw kinderen meer vrijheid geven, terwijl u hun activiteiten op het internet kan volgen. Ook biedt Family Safety u de mogelijkheid websites te blokkeren.
The Story About Amanda Todd”
Amanda Todd was een tienermeisje dat zelfmoord pleegt nadat ze een filmpje online postte, waarin ze vertelt hoe ze werd gepest. Alles begon nadat ze de chatroom ontdekte ... .
Ik zag dit filmpje een tijdje geleden in Het Nieuws en het is zo'n aangrijpend verhaal. Een verhaal dat, volgens mij spijtig genoeg, meerdere jongeren al hebben doorstaan.
Hoe kunnen we voorkomen dat er nog meer slachtoffers vallen zoals Amanda? Hoe kunnen we in deze tijd nog een veilig online gesprek voeren? Enkele richtlijnen:
1.       deel geen persoonlijke of privé-informatie;
2.       anderen niet lastigvallen of bedreigen;
3.       stalk niemand en verstuur geen spam of ongewenste berichten naar anderen;
4.       beledig anderen niet;
5.       deel geen inhoud dat vulgair, beledigend of onwaar is;
6.       steel geen wachtwoorden, accountgegevens of informatie van anderen;
7.       deel geen inhoud dat auteursrechtelijk beschermd is of door anderen werd gemaakt zonder hun toestemming;
8.       ...
De voor- en nadelen
Voor dit puntje beperk ik mij slechts tot twee voor- en nadelen. Immers, iedereen heeft wel een aantal voor- en nadelen van internetgebruik ontdekt.
Voordelen:
·         het is een oneindige bron aan informatie;
·         je ontmoet nieuwe mensen, vindt oude kennissen terug die je uit het oog bent verloren;
·        
Nadelen:
·         je moet altijd oppassen met wat je doet op het internet;
·         het is, over het algemeen, een ‘gevaarlijke’ plaats voor kinderen en jongeren;
·        
Je mag jouw persoonlijke negatieve en positieve ervaringen zeker met ons meedelen!
Persoonlijke bevinding
Het internet is allesbehalve veilig, en dit geldt niet alleen voor kinderen en jongeren, maar ook voor volwassenen. Het is alsof je eerst grondig moet nadenken vooraleer je iets op het internet doet. Je hebt geen ‘volledige’ privacy, daar alles wat je op het internet doet geregistreerd wordt. Bedrijven raken makkelijk aan jouw gegevens en 'hup' je mailbox staat vol spam. Ik moet wel toegeven dat het de laatste tijd heel wat verbetert is, maar het kan altijd beter. Ook programma's als Windows Live Family Safety vind ik super. Zo weten ouders tenminste wat hun kind op het internet uitspookt. 
Een aanrader om als internetgebruiker te lezen is het boek “Protecting Your Internet Identity: Are You Naked Online?” Hier kan je alvast een preview van het boek lezen.
Bronnen
http://www.clicksafe.be/splash/nl_BE (geraadpleegd op 29 november 2012).
https://www.youtube.com/watch?v=vOHXGNx-E7E (geraadpleegd op 30 november 2012).

donderdag 29 november 2012

3D-printing in het onderwijs

3D-printing bestaat al jaren in de bedrijfswereld, maar waren tot voor kort onbetaalbaar voor de gewone consumenten. De 3D-printers zien we voornamelijk in bedrijven die concepten vereisen en tijd willen besparen met het zelf creëren van modellen. Verder wordt het ook in de medische wetenschap, architectuur, modewereld, … gebruikt. Wist u dat België zelfs koploper was van deze printers? Meer informatie hieromtrent ziet u in deze reportage van Koppen.
Wat is een 3D-printer en hoe werkt het?
Een 3D-printer print objecten in 3D uit. Dit gebeurt door een 3D-model laag na laag op te bouwen.
Het proces van “rapid prototyping” start met een student die een driedimensionaal, virtueel object ontwerpt met CAD (Computer Aided Design) software. De 3D-printer zal, aan de hand van zijn software, het CAD-bestand omzetten in lagen, waarna de printer, of 'de machine' beter gezegd, een kunststof prototype 'bouwt' in flinterdunne laagjes. Er worden steeds lagen toegevoegd tot het 3D prototype volledig af is.
Actief betrokken worden in een proces dat moderne productiemethoden weerspiegelt, geeft studenten de kans te oefenen om samen te werken aan het formuleren van een oplossing voor een probleem of uitdaging, waarna ze de stappen van het ontwerpen tot het testen van het prototype volgen. Wanneer een bepaalde prototype mislukt, kunnen de studenten bepalen waarom, en teruggaan naar de tekentafel om verschillende oplossingen uit te proberen tot ze de juiste vinden. Kortom, er wordt een authentieke leeromgeving gecreëerd doordat men het 3D-printen in de bedrijfswereld tracht na te bootsen.
Verder bestaan er zelfs designs van 3D-printers, ook wel opensourceprinters genoemd, die veel goedkoper zijn om te produceren. Een initiatief hiervan is ReRap, waarvan een deel van de onderdelen van deze printer als ontwerp beschikbaar zijn en kunnen worden afgedrukt met een 3D-printer. Hij wordt zelfs ingezet om andere 3D-printers te maken!
11 redenen waarom scholen een 3D-printer nodig hebben
1.       De printer kost nu veel minder;
2.       Eens je zo’n printer hebt, wordt het makkelijker om meer te creëren;
3.       Het biedt een introductie tot produceren van werken;
4.       Het biedt een creatieve uitlaat;
5.       Studenten leren over een nieuwe technologie;
6.       Er kunnen meerdere materialen gebruikt worden;
7.       Het is een geweldige manier om de school op de kaart te zetten;
8.       De hele klas kan worden betrokken;
9.       Het geeft een balans aan het curriculum;
10.    Het moedigt de ondernemingszin aan;
11.    Het bevat een breed gamma onderwerpen: het is voor eender welk vak mogelijk.
Behalve deze redenen, komen er bij het 3D-printen een aantal aspecten samen die de leerlingen heel wat nieuwe kennis kunnen bijbrengen:

  •              techniek;
  •            software;
  •            creativiteit;
  •            productontwikkeling;
  •            materiaalkennis.
Enkele voor- en nadelen
Voordelen:

  •            de 11 redenen waarom scholen een 3D-printer moeten aanschaffen;
  •            leerlingen ontwikkelen zich toekomstgericht, leren om zelf oplossingen te bedenken;
  •            de 3D-printer kan in heel wat leerdomeinen worden toegepast.
Nadelen:

  •         de prijs: hoewel de prijzen sterk gedaald zijn, is de goedkoopste versie nog steeds boven de 1000 euro;
  •            de afdruktijd: een 3D-model printen kan soms een paar uur tot een paar dagen duren.
Een voorbeeld: 3D-printen in de Hogeschool Gent
In dit filmpje vertelt men kort de geschiedenis van de Industriële Revoluties, waarna wordt overgegaan tot 3D-printing. De Hogeschool Gent creëerde een lab, voor en door studenten, waar met de 3D-printer kan worden gewerkt.
Persoonlijke bevinding
Ik sta achter het invoeren van 3D-printers in scholen, maar doordat de prijs nog redelijk hoog is zou ik het voorlopig tot beroeps-, hogescholen en universiteiten beperken. Er zijn momenteel Belgische scholen die een 3D-printer hebben aangekocht, maar niet allemaal. Misschien kan de overheid het wel goedkoper maken door de ReRap printer aan te kopen en zelf 3D-printers af te drukken voor de scholen. Deze printer kan immers een nieuwe 3D-printer uitprinten. Echter, wanneer een school deze printer invoert is het van belang dat er regels worden opgesteld waarvoor het gebruikt mag worden. Tevens is het aan te raden om iemand aan te wijzen die toezicht houdt op hetgeen de studenten afdrukken, dit omdat er wapens en dergelijke mee kunnen worden gemaakt.
Bekijk zeker enkele andere filmpjes op Youtube en zie wat je nog meer kan doen met de 3D-printer!
Bronnen
http://ww3dp.com/webshop-2/ (geraadpleegd op 26 november 2012).
http://nl.wikipedia.org/wiki/3D-printer (geraadpleegd op 26 november 2012).
https://www.youtube.com/watch?v=w8PeWTYjKk8e (geraadpleegd op 29 november 2012).

Aanbevelingen bij de implementatie van Ipad op de universiteit.

In het voorjaar van 2012 werd er in het kader van het gebruik van Ipad's voor de lessen aan de universiteit een onderzoek gedaan in "Stanford School of Medecin". Aan alle studenten werd een Ipad gegeven met als doel de mogelijkheden van "papierloos" les volgen en de directe toegang tot  informatie na te gaan.

De resultaten kunnen kort samengevat worden in enkele aanbevelingen waarmee rekening zou moeten gehouden worden bij de implementatie van Ipad's in het universitaire onderwijs:

1) Een degelijk draadloos netwerk is de sleutel tot succes.

2) Studenten vonden "web-based" bronnen op de Ipad heel ondersteunend.

3) The Ipad is een goed platform als men het heeft over de organisatie van documenten en het terugvinden van documenten

4) PDF-documenten blijven de makkelijkste manier om info of lessen aan te maken en te verdelen.

5) Veel studenten vonden dat het typen op Ipad een niet onaangename ervaring was, alhoewel ze een fysiek toetsenbord prefereerden.

6) Er is in zekere mate nood aan opleiding, zowel van de leerkrachten als de studenten.

Voor meer informatie:
http://www.educause.edu/library/resources/empowering-students-and-instructors-reflections-effectiveness-ipads-teaching-and-learning

Geraadpleegde Bronnen:

http://net.educause.edu/ir/library/pdf/ELIB1201.pdf

Younes Amiri

maandag 26 november 2012

Open source software in het onderwijs


Open source software in het onderwijs
Er wordt al een hele tijd geijverd om scholen open source software te laten gebruiken. In de beleidsnota 2009-2014 lezen we dat de minister werkelijk het gebruik van open source software in het onderwijs wil stimuleren. Maar toch slaat het om de één of andere reden niet aan in elke school.
Waarom lijkt het dat open source zo weinig respons krijgt in het Vlaamse onderwijs?
Jan De Craemer, ICT-expert van het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, vergelijkt in een Edublog het open sourceverhaal met ‘de trage mars van de pinguïns’. Hij trachtte een vijftal jaren geleden open source bekend te maken in de Vlaamse scholen. Dit verliep zonder veel succes. Twee jaar lang liep de campagne. Via publicaties, vormingsdagen, experimenten in scholen, de verdeling van cd’s met Ubuntu (een besturingssysteem dat ter vervanging van of naast het geïnstalleerde besturingssysteem kan worden gebruikt), het opstarten van een Open Bron Software-leermiddelendatabank op KlasCement, … trachtte men de scholen te sensibiliseren. Toch ziet De Craemer drie interessante redenen om open source in te voeren, open source is namelijk:
1.    stabiel, veilig en uitwisselbaar;
2.  gratis en kostenefficiënt;
3. een democratisch alternatief dat dicht aansluit bij de onderwijswaarden (kennis delen, samenwerken, ervaringen uitwisselen, …).
Velen durven, volgens doctor Hans Paijmans Paijmans van de universiteit te Tilburg, niet overschakelen naar open source omdat ze te weinig zelfvertrouwen hebben. Ze blijven liever bij hetgeen dat iedereen gebruikt, vooral omdat ze dan ergens terecht kunnen wanneer er iets misgaat. Jan Stedehouder vindt dat de oorzaak van het wijdverspreide gebruik van Microsoft in het onderwijs ligt bij de dumpingprijzen die Vlaanderen hanteert. Zo werkte het departement justitie ooit met OSS-desktops (Open Source Software), terwijl nu Windows wordt gebruikt. Een aantal jaren geleden werd namelijk voor de eerste keer een megadeal afgesloten tussen het onderwijs en Microsoft. In die tijd noemde dat MS KIS 1, nu zitten we aan MS KIS 3 en het contract loopt nog door tot 2013. ‘KIS’ staat hier voor ‘Keep it simple’, wat tevens het eerste opzet was toen het contract werd afgesloten. Voordien kocht de ene school relatief goedkope software aan, terwijl de andere peperdure commerciële pakketten aankocht. Volgens het MS KIS 3 contract stijgt de kostprijs naarmate er meer computers op school zijn. Voor de MS KIS 4 is het mogelijk dat Microsoft de kostprijs bepaalt aan de hand van het lerarenkorps. De prijsberekeningen gebeuren in het hoger onderwijs reeds op deze manier met het Campus Agreement.
Kiezen tussen open source of Microsoft hoeft niet, maar De Craemer raadt wel aan om te streven naar een én-én-verhaal. Hij ziet eerder problemen in het beleidsvoerende vermogen en de visie van scholen wanneer het over ICT gaat. Er zijn scholen die veel tekortkomingen vertonen wat betreft de aankooppolitiek van ICT-infrastructuur, de keuzes omtrent de plaatsing, het beheer en onderhoud van de computers en de inzet van de ICT-coördinatoren.
Het Don Boscocollege
Een voorbeeld van een school die wel de overstap maakt is het Don Boscocollege. Zij zetten de stap naar Open Office omdat er veel geld uitgespaard, daar de school anders zo’n dertig euro per computer per jaar moet betalen voor de Microsoftproducten. Met het geld dat nu wordt uitgespaard, investeert het Don Boscocollege in een ICT-basisuitrusting. De overgang naar Open Office werd een jaar voorbereid, waardoor de kans op slagen veel groter was. Als school moet je immers weten wat en waarom je iets doet. Verder benadrukt het Don Boscocollege dat de leerplannen voor ICT geen vaardigheden nastreven die pakket- of tijdsgebonden zijn.
De voor- en nadelen van open source software:
Voordelen:
·         zal nooit verdwijnen;
·         kan gecombineerd worden met commerciële software;
·         geen licentiekosten;
·    scholen kunnen de software op cd zetten en deze op zoveel computers installeren als ze willen;
·         veel gratis beschikbare software (niet alles is gratis);
·        leerlingen leren beter om allerlei informatie, software, ... omtrent open source op te zoeken met het internet voor school- en privégebruik (er is een heel groot aanbod open source software, je moet dus weten wat je nodig hebt voor je begint te zoeken);
·         geen kosten aan updates of upgrades van verouderde versies;
·         ICT-specialisten kunnen de broncode zelf aanpassen.
Nadelen:
·         het aanbod is nog te versnipperd doordat er heel veel keuze van open source software;
·         een beginnend gebruiker wordt afgeschrikt door het grote aanbod;
·      open source software wordt minder ondersteunt door de ICT-markt, waardoor de gebruiker vaak zelf handleidingen en dergelijke moet opzoeken.
Persoonlijke bevinding
Ikzelf heb onlangs OpenOffice geïnstalleerd om het eens uit te testen, en ben er zeer tevreden mee. Het is soms wel even zoeken waar hetgeen staat dat ik nodig heb, maar dat is bij elke nieuwe software. Kortom, ik raad iedereen het aan om het ook eens uit te testen!
Bronnen
http://www.ubuntu-be.org/nl (geraadpleegd op 26 november 2012).

woensdag 14 november 2012

Het gebruik van Sifteo Cubes zinvol binnen het onderwijs?


Het gebruik van Sifteo Cubes  zinvol binnen het onderwijs?

Inleiding
Vandaag de dag zijn er heel wat oefenprogramma’s en games die gebruikt worden binnen het onderwijs. Deze zijn vooral gericht naar leerlingen. Door gebruik te maken van programma’s verwerken de leerlingen de geziene leerstof die ze in de les gezien hebben. De leerlingen werken meestal zelfstandig op hun eigen niveau. Verder kunnen de leerlingen aan de hand van de computer hun eigen werk controleren en krijgen ze via de computer direct feedback op hun handelingen.

Bij het gebruik van software op een computerscherm, mis je een derde dimensie… Je kan niets beetpakken, kantelen, stapelen, verschuiven,… Het leren achter een scherm is eerder passief. Het gebruik maken van je handen stimuleert het leren.

Sifteo Cubes maakt het mogelijk om interactief te spelen en te leren op een natuurlijke manier. ‘ Intellingent Play, games that make you feel smarter’.

 
Wat zijn Sifteo Cubes?
Sifteo Cubes zijn 6 interactieve blokjes die bestaan uit sensoren en een scherm. Deze blokjes kunnen elkaar en hun bewegingen aanvoelen. Ze communiceren met elkaar en met een computer. We kunnen eigenlijk zeggen dat deze blokjes mini computers zijn met een eigen scherm die steeds van eigenschap kunnen veranderen.



Sifteo Cubes zijn draadloos en werken samen met de computer. Sifteo Cubes bevat een usb -stick. Via usb - stick communiceert je computer met de blokjes. Op de computer worden de spellen gestart. Wanneer je de Sifteo Cubes koopt, staan er al een aantal gratis spellen op die je met de creativity kit zelf invulling kunt geven aan een woordenspel. Je kan dus eigen woorden of sommen maken die je aan de hand van de Cubes doet. De software is voorzien van een Sifteo Store. Op die Sifteo Store kunnen spellen eenvoudig aangekocht worden en direct gespeeld worden. Er zijn spellen in zeven categorieën. Deze spellen trainen de denkvaardigheden.

 


Eigen ontwikkelomgeving
Op de website van Sifteo kan je zelf applicaties ontwikkelen voor de Cubes.


 Dit filmpje geeft je een beter overzicht van hoe Sifteo Cubes er uitzien en hoe je er mee te werk gaat.

 


 Sifteo Cubes gebruiken binnen het onderwijs?
Volgens mij is het gebruik van Sifteo Cubes zinvol binnen het onderwijs. Ja kan Sifteo Cubes zowel gebruiken tijdens je instructie als je verwerking. Aan de hand van Siteo Cubes kan je verschillende werkvormen gebruiken. Je kan de leerlingen per 2 laten werken, individueel,…  Sifteo Cubes biedt tal van oefeningen aan op de leergebeiden binnen het onderwijs.  Je kan bijvoorbeeld starten met een probleemstelling. Om het probleem op te lossen, kunnen de leerlingen gebruik maken van Sifteo Cubes. De leerlingen lossen het probleem zelfstandig op of in groep. Je kan als leerkracht ook eerst de nieuwe leerstof geven en daarna de leerlingen de nieuwe leerstof laten verwerken door gebruik te maken van de Sifteo Cubes. Je kan ook differentiëren ( moeilijke oefeningen versus makkelijke oefeningen ) met Sifteo Cubes.

 Voordelen en nadelen van het gebruik van Sifteo Cubes binnen het onderwijs

Voordelen
o   Je kan individueel werken en in groepjes
o   Gebruiksvriendelijk
o   Geschikt voor alle leeftijden
o   Zelf spel bedenken en ontwerpen
o   Geen instructie nodig, je kan zelfstandig leren hoe je er mee moet werken
o   Oefenen op verschillende leergebeiden, nl: met woorden, met sommen, puzzelen, oefenen met motoriek,…
o   Leuk om mee te werken
o   Motivatie bij leerlingen stijgt
o   Sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen
o   Doelen worden bereikt bij de leerlingen

Nadelen
o   Sifteo Cubes is redelijk duur
o   Moeten de leerlingen de blokjes zelf kopen of zorgt het onderwijs er voor dat elke leerling beschikt over Sifteo Cubes?




http://keii.nl/index.php?id=2296       

vrijdag 2 november 2012

120 000 studenten nemen deel aan online les!





Een "massive open online course" (MOOC) is een soort van online educatie gebaseerd op de brede gemeenschap en vrije toegang op het web.  Mooc's zijn dan ook een redelijk recente ontwikkeling op het gebied van afstandsonderwijs, die zich vooral onderscheiden op de volgende aspecten:
·         Vrije toegang: Lidmaatschap hoeft niet, het is dan ook gratis. Er is enkel een internettoegang en computer nodig.
·         Onbeperkte capaciteit: Het aantal deelnemers aan de online cursus is onbeperkt aangezien men niet hoeft te beperken tot de banken van een lesruimte.
In "The Big Idea That Can Revolutionize Higher Education: MOOC " bespreekt men een recent succesvolle MOOC die dit jaar nog heeft plaatsgevonden. Daar hebben 120 000 leerlustigen zich ingeschreven voor een MITx-cursus "Circuits and Elecctronics" van ed.X. Als bewijs van slagen voor de cursus zou men een certificaat  uitreiken. Hoe zit met de examinatie is echter een beetje onduidelijk, mensen zouden namelijk makkelijk kunnen valsspelen.

Ed.X is een non-profit organisatie die instaat voor een volledig open platform om MOOC's van commercialisatie te vrijwaren (wat enkel een voordeel kan zijn). Twee universiteiten (MIT en Harvard) hebben ingestaan voor de financiering en staan in voor het onderhoud van het systeem.
Coursera bijvoorbeeld is gefinancierd door de private sector met als gevold dat geïnteresseerde instanties of personen dienen te betalen voor het platform en dat studenten zullen moeten betalen voor de lessen. Ook zouden gegevens van participanten doorverkocht worden aan derden. Nieuwe facebook-toestanden zijn dus niet uitgesloten alsook de microsoft-toestanden die de prof aanhaalde in de les!
Onderzoek uit 2011 heeft tot enkele pertinente maar enigszins voor zichzelf sprekende vaststellingen geleid:
·         Als een MOOC succesvol wil zijn, hebben mensen de capaciteit nodig om in hoge mate zelf-gestuurd te leren en moeten de deelnemers over een bepaalde "digitale geletterdheid" beschikken.
·         Samenwerking, creativiteit en flexibele mindset zijn onontbeerlijk in een complexe en steeds veranderde ICT-leeromgeving. Zeker in het begin van de leerervaring is begeleiding belangrijk.
·         Aggregeren, linken/relateren end elen van kennisbronnen bleek door de meerderheid van de participanten met plezier gedaan te worden, maar de creatie van nieuwe dingen of kennis, zoals een post hier op deze blog bleek veel minder interessant gevonden te worden.
Het is dan ook voor dit gebrek dat er dringend een oplossing gezocht dient te worden. 

Handige extra info:

  • Filmpje op youtube van de les "Circuits and Elecctronics"


     
  • Sites:
                        http://mitx.mit.edu/#



Bronnen (02/11/2012):
  

  •  Kop, R., (2011), The Challenges to Connectivist Learning on Open Online Networks: Learning Experience During a  Massive Open Online Course, International Research In Open and Distance Learning,  Vol.12.3,  19-38