Wat betekent het om te studeren in de digitale wereld?
Professor Dr.
Brand-Gruwel, hoogleraar learning Sciences aan de Open Universiteit vertrekt in
haar oratie 'Leren in een digitale wereld: uitdagingen voor het onderwijs'
vanuit de definitie van Alexander et al. (2009) over leren:
Leren is een multidimensionaal proces dat
resulteert in een relatief duurzame verandering in een persoon of personen en
de manier waarop die persoon of personen de wereld waarnemen en reageren op de
wereld vanuit een fysiek, psychologisch en sociaal perspectief. Het leerproces
vindt zijn fundament in de relatie tussen de karakteristieken van de persoon,
het object van leren en de
ecologische situatie in een bepaalde tijd
op een bepaalde plaats, maar ook over een bepaalde tijdspanne.
De vier dimensies die
Alexander et al onderscheidde in het fundament van het leerproces, worden door
Prof. Dr. Brand- Gruwel tegen het licht gehouden vanuit het leren in een
digitale wereld.
-1- Het wat in lerenStyaert (2000) onderscheidt 3 clusters wat betreft digitale vaardigheden namelijk de instrumentele vaardigheden, de structurele vaardigheden en de strategische vaardigheden.
De instrumentele vaardigheden zijn de operationele
handelingen die nodig zijn om te kunnen omgaan in een
informatiemaatschappij. Voorbeelden
hierbij zijn een e-mail kunnen versturen en een softwarepakket kunnen installeren.
De structurele vaardigheden zorgen ervoor dat men kan omgaan
met de hoeveelheid aan informatie, waarbij men de kwaliteit ook niet uit het
oog mag verliezen.
De strategische vaardigheden richt zich op het nemen van
beslissingen aangaande de toegereikte informatie en het effectief gebruiken van
deze informatie.
Door onderzoek werd nagegaan hoe mensen op structureel en
strategisch niveau vanuit een informatiebehoefte een zoekvraag stellen,
informatie vragen, kritisch omgaan met informatie, de inhoud van de informatie
bestuderen en verwerken. Daaruit blijkt
dat leerlingen wat betreft het structurele en strategische niveau nog vaak
vaardigheden missen. Hierin ligt zeker
een taak voor het onderwijs om deze vaardigheden verder te ontplooien.
-2- Het wie in leren
De karakteristieken van een persoon bepalen mee het verloop
van het leerproces (Alexander et al, 2009).
Prof. Dr Brand-Gruwel zet hierbij
een aantal karakteristieken in de verf, namelijk motivatie, voorkennis en
opvattingen over kennis en meningen. Ze
implementeert deze persoonlijke karakteristieken in het digitale leren.
De motivatie bij jonge scholieren is alleszins aanwezig,
blijkt uit onderzoek van Beljaarts (2006), 87 % van hen zoekt informatie op via
het internet, terwijl slechts 4 % hiervoor naar de bibliotheek gaat. Zij hebben geen angst van nieuwe
technologieën en zijn hiermee vertrouwd.
Bij de oudere generatie ligt dit anders.
De voorkennis van een persoon speelt ook een rol voor het
verwerven van informatie. Bij het leren
worden reeds bestaande cognitieve schema's verder verfijnd en onderbouwd. Dit gebeurt niet alleen bij het leren van
schoolse kennis maar ook bij het verwerven van digitale vaardigheden.
Een derde persoonlijk kenmerk is hoe de lerende tegenover de
kennis staat, of wat ook de epistemologische opvattingen genoemd wordt, temeer
daar men op het internet aan een bijna ongelimiteerde hoeveelheid van
informatie kan beschikken, die zelfs tegenstrijdig kan zijn hoewel het
onderwerp ongewijzigd blijft.
Iemands eigen mening ten opzichte van kennis is een laatste
persoonlijk kenmerk, dat bepalend is voor het verwerven van informatie. Hoe meer een persoon overtuigd is van een
bepaalde mening, , hoe gemakkelijker hij informatie gaat vinden en vooral
selecteren om de eigen mening kracht bij te zetten. Dit wordt in de literatuur wel eens de
'confirmation bias' genoemd (Taber & Lodge, 2006).
-3- Het waar in leren
De fysieke, sociale en culturele omgeving waarin wordt
geleerd heeft een impact op welke formele en informele leerstof wordt verworven
en hoe deze tot stand komt. Vandaag de
dag worden er in scholen al veel technologische middelen ingezet om het
vakinhoudelijk aspect te ondersteunen, maar er is ook een toenemende trend om
gepersonaliseerde leeromgevingen te
creëren op maat van de lerende. Dit
vraagt van de lerende wederom een digitale vaardigheid.
-4- Het wanneer in leren
Dat leerstof verwerven afhangt van het tijdstip wanneer deze
wordt aangeboden, wist de generatie voor ons reeds (Vigotsky, 1978). In de huidige digitale wereld wordt de
generatiekloof vaak voorgesteld met de jonge generatie als de 'digital natives'
en de ouderen als de 'digital immigrants'.
Uit onderzoek blijkt dat dit voor beide groepen overdreven is en dat maar
weinig studenten hun digitale kennis het gebruik van het internet, sociale
netwerken en e-mail overstijgt. We moeten hierbij opletten om niet
stigmatiserend te handelen in het leren van digitale vaardigheden. Het 'wanneer' speelt uiteraard een rol, maar
de relatie die het individu heeft ten opzichte van het aanleren van digitale
vaardigheden zal van belang zijn om succes te boeken.
De taak van het onderwijs bestaat er nu in het leren
mogelijk te maken met kennis van bovenvernoemde dimensies (WAT, WIE, WAAR en
WANNEER) zodat dit leidt tot betere leerprestaties. Prof. Dr. Brand-Gruwel beschrijft vervolgens dat er hier uitdagingen
liggen op het niveau van het management, het lerarenteam en de leraars.
Het management is verantwoordelijk voor een breed gedragen
onderwijsvisie die aansluit bij het leren in een digitale wereld. Deze visie is de leiddraad voor allerlei
innovaties die het nieuwe leren met zich mee zal brengen.
Wat het lerarenteam betreft, verdedigt de professor de
stelling dat er best een leerlijn voor handen is die o.a. omvat welke digitale
vaardigheden moeten bereikt worden, de uniformiteit die er moet gehanteerd
worden aangaande de digitale verwerking in elk van de verschillende vakken, de
beoordeling die hiermee gepaard gaat, enz.
De leraren zorgen op hun beurt voor de implementatie van
deze leerlijn en moet gepaste keuzes maken aangaande de aanwending van de
digitale mogelijkheden voor de vakinhoud.
Dit vergt van het werkveld een degelijke kennis van wat er allemaal op
de markt is voor zijn/haar vakdomein en dat ze de studies aangaande het
leerrendement met behulp van digitale werkmiddelen op de voet volgen.
Bronnen:
http://dspace.learningnetworks.org/bitstream/1820/4456/1/ORATIE-def%2004-10-2012.pdf
http://www.eric.ed.gov/ERICWebPortal/search/detailmini.jsp?_nfpb=true&_&ERICExtSearch_SearchValue_0=EJ865120&ERICExtSearch_SearchType_0=no&accno=EJ865120
http://www.psy.cmu.edu/~siegler/vygotsky78.pdf
http://portal.ou.nl/web/topic-informatievaardigheden/home/-/wiki/Main/Belang%20van%20informatievaardigheden