Het digitale bord, een toegevoegde waarde?
Stijn Van Laer, verbonden aan de Universiteit Antwerpen
stelde vast dat in Vlaanderen, alhoewel ruim 70 % van de leraren in secundaire
scholen over een digitaal bord kan beschikken, slechts 62 % ermee werkt, wat het totaal van de Vlaamse
leraren anno 2011 op een luttele 44 % brengt.
Hierin loopt Vlaanderen achter ten opzichte van andere Europese landen
waaronder Nederland en Engeland.
Leraren geven vaak aan dat ze wel degelijk met een digitaal
schoolbord willen werken maar dat ondanks de vele bijscholingen die er mogelijk
zijn, ze toch op hun honger blijven zitten en dat de nascholingen onvoldoende
afgestemd zijn op hun werkelijke behoeften.
Digitale borden komen meer voor in het gemeenschapsonderwijs
dan in de andere netten, dat ze er meer gebruikt worden, is niet gezegd. Wat wel een zekerheid is, is dat de leraar
ASO er meer gebruik van maakt dan de leraar TSO of BSO.
De toegevoegde waarde van het digitale bord blijft voor
velen achterwege, de meeste leraren gebruiken het als een krijtbord 2.0 . Het interactieve gebruik van een digitaal
bord beperkt zich veelal tot een powerpointpresentatie. Van Laer onderscheidde na observatie van leraren
die al met een digibord werken, de volgende fasen.
fase 1: Digitaal bord vervangt het krijtbord.
De leraar gebruikt het digitale bord als vervanger van het
krijtbord. De leerstijl van de leraar
blijft dezelfde.
fase 2: Beginnende gebruiker
De leraar gebruikt een breder scala aan computervaardigheden
waaronder filmpjes en visuele presentaties.
fase 3: Geïnitieerde gebruiker
De leraar wordt zich meer en meer bewust van de
mogelijkheden van het digibord. Leraren
gaan hun eigen vaardigheden combineren met die van de leerlingen. Er ontstaat een nieuwe didactiek. Op dit punt zeggen leraars: 'Ik zou nooit
meer kunnen lesgeven met een krijtbord.'
fase 4: Gevorderde gebruiker
Leraren geraken geboeid door de oneindige mogelijkheden van
de technologie. Hun vaardigheden nemen
toe en ze linken deze met andere technologieën waaronder scanners, tablets,
iPads, ....
fase 5: Synergetische gebruiker
Leraar en leerlingen ontwikkelen samen technische
vaardigheden waardoor een nieuwe pedagogische en didactische visie
onvermijdelijk is. Technologie brengt
zowel hun technische als cognitieve vaardigheden naar een hoger level.
De meerderheid van de Vlaamse leraren haalt fase 3, en wat
de didactische aanpak betreft, blijven we eerder steken in fase 2. De reden dat Vlaanderen achterop hinkt, is
volgens Van Laer te verklaren doordat de aankoop van een digibord vaak een
top-down beslissing is, gemaakt door een directeur of een ICT-coördinator.
Het technische luik van het digitale bord is voor leraren
vaak geen probleem, maar het didactische is dat wel. Hier ligt een uitdaging voor de uitgevers, softwareontwerpers,
leraars en lerarenopleiders om de hedendaagse technologische middelen te
combineren, zodanig dat er een nieuwe pedagogie ontstaat die met deze
technologie perfect assembleert.
De koudwatervrees van veel leraren voor het digibord heeft
natuurlijk alles te maken dat met de opkomst van het digitale bord het krijtbord curiosum dreigt te worden. Het Vlaamse onderwijsveld dat van nature
behoudsgezind is, moet hier haar heilige graal bij het groot huisvuil zetten. Dit vergt een mentale overgangsfase, die zijn
tijd zal duren. Maar ongetwijfeld zal na
dit rouwperiode het besef komen dat er maar één weg vooruit is namelijk die van
de toekomst. Geef de leerkrachten
de nodige tijd en ondersteuning en ze
zullen het digibord omarmen alsof het hun eigen kind is.
http://www.scribd.com/fullscreen/78729846?access_key=key-19sas69p1r9v95h7cf0g
http://www.digitaleborden.be/digitaleborden/bijlagen/Digitale%20didactiek%20PHL.pdf
http://www.klasse.be/leraren/24856/smartboards-renderen-niet/
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenVeel leerkrachten weten niet echt wat ze allemaal kunnen doen met een digibord. Vormingen zijn vaak algemeen, waardoor het gebruik van het digibord beperkt wordt tot het tonen van presentaties en video's. Er is nood aan meer praktische vorming op maat, m.a.w niet beperkt tot het tonen hoe de stift werkt.
BeantwoordenVerwijderenVeel leerkrachten denken dat het voorbereiden van digibordlessen moeilijk en tijdrovend is. Maar met voldoende kennis van handige tools hoeft dat niet zo te zijn. Gynzy (www.gynzy.com) bijvoorbeeld is een website met allerlei digibordlessen rond taal, rekenen, wereldoriëntatie, ... gerangschikt naar het Nederlandse schoolsysteem. De tools zijn zo te gebruiken in de les. Maar je kan er ook eenvoudig eigen lessen of bijvoorbeeld een eindejaarsquiz mee maken. Gynzy is betalend, maar niet duur, en daardoor nog toegankelijk voor scholen.
Ook op klascement is heel wat te vinden rond digilessen.
Veel handboeken bieden naast de papieren versie ook een digibordversie aan, maar deze is vaak wel duur, waardoor scholen soms afhaken.
Wil men leerkrachten actiever laten gebruik maken van het digibord, dan zullen er dus meer praktische vormingen op maat moeten georganiseerd worden, die leerkrachten tonen waar ze digilessen kunnen vinden en hun laten kennis maken met eenvoudige (liefst gratis) tools waarmee ze op zeer eenvoudige manier zelf lessen kunnen maken