maandag 3 december 2012

Online lessn, en dan?!


In tijden van Massive Open Online Course en Khan acadamy is het mogelijk om in een flexibele leeromgeving te leren. Via het online medium kunnen er makkelijk ideeën worden uitgewisseld, toegang worden gekregen tot hand-outs en readers of discussiëren met andere partners online.

Onderzoek toont echter aan dat studenten die via zulke instrumenten studeren, afzondering en vervreemding ervaren. Vanwege de fysieke afwezigheid van medestudenten ervaren ze deze negatieve gevoelens (Rovai 2007). Door de sociale aanwezigheid op te krikken, kunnen deze negatieve ervaringen verbeteren.

Een gebrek aan sociale aanwezigheid kan leiden tot hoge frustraties, onredelijk kritische houding ten opzichte van de instructeur en een lager niveau van affectief leren (Garrison et al. 2010b). Daardoor moeten online leeromgevingen hierop voorzien zijn. Sociale aanwezigheid is hier een stap in de goede richting.

Een essentieel element vanuit het sociaal cognitivisme is sociale aanwezigheid. Zo wordt het leren gestuurd. Studenten trachtten nieuwe informatie in te passen in hun eerder verworven kennis. Dit gaat gepaard met diepe leerprocessen. Het sociaal cognitivisme leert ons dat we niet enkel vanuit onszelf leren, maar ook via observatie, imitatie en modeling. Het is belangrijk om te ontdekken welke omgevingsfactoren invloed hebben op sociale aanwezigheid en welke factoren een consequent effect hebben.

From the perspective of social cognitive theory, social presence, which can promote learning interaction in online learning environments, is considered as an essential element for social learning.’(Tu 2000) Sociale aanwezigheid wordt significant beïnvloed door social cues en interface. Deze twee hebben ook een invloed op elkaar. Sociale aanwezigheid heeft daarnaast een invloed op leerinteractie, wat op zijn beurt weer invloed heeft op leerprestaties. Hieruit valt af te leiden dat docenten altijd de sociale interactie moeten proberen in te bedden. Dit mag niet naar de achtergrond verdwijnen. Dit kan aan de hand van interface of via sociale cues.

Bronnen:
Garrison, D.R., Cleveland-Innes,M., Fung, T.S. (2010b). Exploring causal relationships among teaching, cognitive and social presence: student perceptions of the community of inquiry framework. The Internet and higher education, 13 (1-2), 31-36.
Rovai, A.P. (2007). Facilitating online discussions effectively. The internet and higher education, 10(1), 77-88.
Valcke, M., (2010),Onderwijskunde als ontwerpwetenschap Gent: Academia press.
Wei, C.W., Chen, N.S., Kinshuk. (2012). A Model for social presence in online classrooms. Educational technology research and development. 60(3), 529-545.

3 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ga helemaal akkoord met de vermelde nadelen van online lessen als het gaat om het sociaal aspect van leren en naar school gaan.
    Waar ik mij ook vragen bij stel is hoe er kan ingespeeld worden op individuele noden van de lerende. Soms heb ik de gedachte dat een te doorgedreven technologisering van het onderwijs, en zeker als het gaat om online lessen, ervoor zorgt dat we op weg zijn naar een onderwijssysteem dat nog meer rekening vergeet te houden met de individuele verschillen tussen leerlingen onderling en groepen van leerlingen.
    Om mijn standpunt even te verduidelijken zou ik het voorbeeld willen gebruiken van een extreem hoogbegaafde leerling die maar achter zijn scherm zit en in se niet veel bijleert. Met de fysieke aanwezigheid van een leerkracht kan hierop ingespeeld worden door moeilijker oefeningen aan te bieden. Hetzelfde geldt voor zwakkere leerlingen, die niet goed kunnen volgen en misschien de behoefte hebben om extra bijles te krijgen. Ook hier besef ik dat er met de hedendaagse technologische mogelijkheden kan op ingespeeld worden, maar ik betwijfel of dit wel voldoende...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het is interessant om te zien hoe en of sociale aanwezigheid in Online Classrooms gecreerd kan worden. Volgens Wei (2012), in de vierde bron die hierboven genoemd wordt, kan een leerkracht de studenten aanmoedigen sociale signalen te geven aan elkaar. Dit zou de leerkracht bij het begin van de lessen met de leerlingen moeten bespreken. Verder stelt Wei dat sociale aanwezigheid bestaat uit 'er óók zijn', intimiteit en onmiddellijkheid.
    Ik denk dat als een online medium goed werkt, sociale aanwezigheid niet onmogelijk is. Bij het gebruik van Facebook bijvoorbeeld zie je dat door het gebruik van codetaal en symbolen en door het snel reageren op berichten, aan deze drie voorwaarden voldaan wordt. Het probleem blijft dan wel dat wat voor Facebook geldt, niet (meteen) zal gelden voor een nieuw platform, voornamelijk omdat bij een nieuw platform niet iedereen onmiddellijk en altijd online is en er natuurlijk koudwatervrees is bij het gebruik van een nieuw medium. Daarom vond ik de tip van Wei om bij aanvang van het gebruik van een online medium met elkaar te bespreken hoe ermee om te gaan zo goed. Ik denk dat je bijvoorbeeld in het begin voor een vast tijdstip kunt kiezen, zodat iedereen tegelijkertijd aanwezig is. Codetaal en symbolen om elkaar aan te moedigen, om grapjes te maken en om het 'elkaar niet zien' te overbruggen, kunnen van Facebook en gsm-gebruik overgenomen worden. Het is goed als de leraar dit ook noemt en ertoe aanmoedigt.
    Ik werk zelf met mijn leerlingen vaak online en zie dat het voor sommigen moeilijk is om ermee door te gaan, omdat het te anoniem is en de mogelijkheid geeft om vluchtgedrag te tonen of omdat ze het als eenzaam ervaren. Toch zijn er ook leerlingen die de semi-anonimiteit als prettig ervaren en juist meer de diepte in durven te gaan, zonder dat dat mede-leerlingen irriteert omdat ze het beste jongetje van de klas proberen te zijn of omdat hun interesses wat afwijken van de andere leerlingen.

    BeantwoordenVerwijderen