maandag 26 november 2012

Open source software in het onderwijs


Open source software in het onderwijs
Er wordt al een hele tijd geijverd om scholen open source software te laten gebruiken. In de beleidsnota 2009-2014 lezen we dat de minister werkelijk het gebruik van open source software in het onderwijs wil stimuleren. Maar toch slaat het om de één of andere reden niet aan in elke school.
Waarom lijkt het dat open source zo weinig respons krijgt in het Vlaamse onderwijs?
Jan De Craemer, ICT-expert van het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, vergelijkt in een Edublog het open sourceverhaal met ‘de trage mars van de pinguïns’. Hij trachtte een vijftal jaren geleden open source bekend te maken in de Vlaamse scholen. Dit verliep zonder veel succes. Twee jaar lang liep de campagne. Via publicaties, vormingsdagen, experimenten in scholen, de verdeling van cd’s met Ubuntu (een besturingssysteem dat ter vervanging van of naast het geïnstalleerde besturingssysteem kan worden gebruikt), het opstarten van een Open Bron Software-leermiddelendatabank op KlasCement, … trachtte men de scholen te sensibiliseren. Toch ziet De Craemer drie interessante redenen om open source in te voeren, open source is namelijk:
1.    stabiel, veilig en uitwisselbaar;
2.  gratis en kostenefficiënt;
3. een democratisch alternatief dat dicht aansluit bij de onderwijswaarden (kennis delen, samenwerken, ervaringen uitwisselen, …).
Velen durven, volgens doctor Hans Paijmans Paijmans van de universiteit te Tilburg, niet overschakelen naar open source omdat ze te weinig zelfvertrouwen hebben. Ze blijven liever bij hetgeen dat iedereen gebruikt, vooral omdat ze dan ergens terecht kunnen wanneer er iets misgaat. Jan Stedehouder vindt dat de oorzaak van het wijdverspreide gebruik van Microsoft in het onderwijs ligt bij de dumpingprijzen die Vlaanderen hanteert. Zo werkte het departement justitie ooit met OSS-desktops (Open Source Software), terwijl nu Windows wordt gebruikt. Een aantal jaren geleden werd namelijk voor de eerste keer een megadeal afgesloten tussen het onderwijs en Microsoft. In die tijd noemde dat MS KIS 1, nu zitten we aan MS KIS 3 en het contract loopt nog door tot 2013. ‘KIS’ staat hier voor ‘Keep it simple’, wat tevens het eerste opzet was toen het contract werd afgesloten. Voordien kocht de ene school relatief goedkope software aan, terwijl de andere peperdure commerciële pakketten aankocht. Volgens het MS KIS 3 contract stijgt de kostprijs naarmate er meer computers op school zijn. Voor de MS KIS 4 is het mogelijk dat Microsoft de kostprijs bepaalt aan de hand van het lerarenkorps. De prijsberekeningen gebeuren in het hoger onderwijs reeds op deze manier met het Campus Agreement.
Kiezen tussen open source of Microsoft hoeft niet, maar De Craemer raadt wel aan om te streven naar een én-én-verhaal. Hij ziet eerder problemen in het beleidsvoerende vermogen en de visie van scholen wanneer het over ICT gaat. Er zijn scholen die veel tekortkomingen vertonen wat betreft de aankooppolitiek van ICT-infrastructuur, de keuzes omtrent de plaatsing, het beheer en onderhoud van de computers en de inzet van de ICT-coördinatoren.
Het Don Boscocollege
Een voorbeeld van een school die wel de overstap maakt is het Don Boscocollege. Zij zetten de stap naar Open Office omdat er veel geld uitgespaard, daar de school anders zo’n dertig euro per computer per jaar moet betalen voor de Microsoftproducten. Met het geld dat nu wordt uitgespaard, investeert het Don Boscocollege in een ICT-basisuitrusting. De overgang naar Open Office werd een jaar voorbereid, waardoor de kans op slagen veel groter was. Als school moet je immers weten wat en waarom je iets doet. Verder benadrukt het Don Boscocollege dat de leerplannen voor ICT geen vaardigheden nastreven die pakket- of tijdsgebonden zijn.
De voor- en nadelen van open source software:
Voordelen:
·         zal nooit verdwijnen;
·         kan gecombineerd worden met commerciële software;
·         geen licentiekosten;
·    scholen kunnen de software op cd zetten en deze op zoveel computers installeren als ze willen;
·         veel gratis beschikbare software (niet alles is gratis);
·        leerlingen leren beter om allerlei informatie, software, ... omtrent open source op te zoeken met het internet voor school- en privégebruik (er is een heel groot aanbod open source software, je moet dus weten wat je nodig hebt voor je begint te zoeken);
·         geen kosten aan updates of upgrades van verouderde versies;
·         ICT-specialisten kunnen de broncode zelf aanpassen.
Nadelen:
·         het aanbod is nog te versnipperd doordat er heel veel keuze van open source software;
·         een beginnend gebruiker wordt afgeschrikt door het grote aanbod;
·      open source software wordt minder ondersteunt door de ICT-markt, waardoor de gebruiker vaak zelf handleidingen en dergelijke moet opzoeken.
Persoonlijke bevinding
Ikzelf heb onlangs OpenOffice geïnstalleerd om het eens uit te testen, en ben er zeer tevreden mee. Het is soms wel even zoeken waar hetgeen staat dat ik nodig heb, maar dat is bij elke nieuwe software. Kortom, ik raad iedereen het aan om het ook eens uit te testen!
Bronnen
http://www.ubuntu-be.org/nl (geraadpleegd op 26 november 2012).

3 opmerkingen:

  1. Zelf gebruik ik thuis Ubuntu waardoor ik ook automatisch in aanraking kom met andere openbronsoftware. Ik ben dus zeker een voorstander van open source software in het onderwijs.

    Als leerkracht in het lager onderwijs, kan ik spijtig genoeg ervaren dat dit niet gebruikt wordt. Op mijn school wordt er gebruikt gemaakt van Windows en andere eigendomsmatige software.
    Het probleem is vooral, dat de meerderheid van mijn collega's en directie het principe van vrije en open bronsoftware niet kennen. Dit is voor hen een onbekend gegeven. Ik stel me zelfs de vraag of sommige er ooit al van hebben gehoord.
    Het ander probleem dat zich ook voordoet, is de vanzelfsprekendheid van het gebruik van vb Windows of andere eigendomsmatige software. We zijn het zo gewoon om deze te gebruiken, waardoor we er niet altijd bij stil staan dat er ook andere en betere mogelijkheden bestaan. Hun kennis omtrent de verschillende mogelijkheden is beperkt.
    Daarom denk ik dat het belangrijk is dat personeelsleden in het onderwijs hieromtrent nascholingen of pedagogische studiedagen krijgen zodat ze hierin kennis kunnen vergaren. Op die manier komen ze te weten wat de voordelen zijn van vrije en open bronsoftware, maar ook vooral de nadelen die we hebben door het gebruik van de eigendomsmatige software (vb. Vendor lock-in: afhankelijkheid van de leverancier op de lange termijn). Maar enkel het personeel informeren is niet voldoende, dit moet reeds in de opleiding aan bod komen. Studenten zouden voldoende informatie moeten verkrijgen in de opleiding zodat ze dit ook kunnen meenemen naar de praktijk.

    In het artikel wordt vermeld dat er vijf jaar geleden een tweejarig durende actie was om het onderwijs hierin te sensibiliseren. Ik sta ondertussen al meer dan vijf jaar in het onderwijs en helaas heb ik van deze actie op mijn school niet veel gemerkt. Het is dan ook jammer dat deze actie werd gestart voor een periode van twee jaar: het zou beter zijn om een meer structurele verandering op te leggen vanuit de overheid zodat het zich niet enkel beperkt tot sensibiliseren. Het is wel belangrijk dat scholen een goede ondersteuning hierin kunnen krijgen.

    Vrije en open bronsoftware integreren in het onderwijs, is geen stap die vanzelf zal verlopen. We moeten eerst een gewoonte van zovele jaren doorbreken. Ik zal in ieder geval op mijn school mijn medecollega's en directie proberen te sensibiliseren en engageren.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wow, dan werd de campagne blijkbaar niet goed uitgevoerd! Ik hoop, net zoals jij, dat open software geïntegreerd wordt in het onderwijs.

    De software die nu in het onderwijs wordt gebruikt, brengt kosten met zich mee en telkens er een nieuwe versie uitkomt, wordt je als student zowat verplicht deze aan te kopen. Dit is nu niet zozeer in het lager en secundair onderwijs van toepassing, maar wel in het hoger onderwijs. In mijn vorige opleiding hadden we elk jaar wel minstens één vak waarvoor we bepaalde software moesten aankopen. Het was nu niet zozeer een verplichting, daar we het ook konden oefenen op de computers van school. Maar dan zat je weer met het probleem dat je enkel tijdens de schooluren kon oefenen en moest wachten tot er een computer vrij was.

    Kortom, ik hoop dat er binnenkort een betere campagne komt waarbij elke school wel wordt bereikt. Minister Smet heeft in zijn beleidsnota vermeld dat hij open software wil stimuleren in het onderwijs, en dit moet hij zeker trachten te verwezenlijken. Het contract dat de Vlaamse Overheid met Microsoft heeft afgesloten loopt immers ten einde. Dit zou dus een uitstekend moment zijn om een nieuwe campagne te organiseren.

    Verder wens ik jou veel succes met het sensibiliseren van jouw collega's en directie. Alle beetjes helpen om open software bekend te maken in het onderwijs.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik werk in een Centrum voor Basiseducatie. Wij gebruiken al zeer lang Open Source Software. Ik kan me zelfs niet herinneren hoe lang. De overstap gebeurde vrij vlot. Niemand stelt zich nu nog vragen bij het gebruik van Open Office Writer, Impress, ... Vorig jaar veranderden we van netwerk. Uiteindelijk bleek Open Office niet goed te werken binnen dat netwerk. Toen werden de problemen die het werken met Open Source Software pas echt duidelijk. Weinig informatici zijn gespecialiseerd in het aanpassen van netwerken aan Open Source Software. Omdat de problemen maar niet opgelost raakten, dachten we zelfs even terug te keren naar het werken met MS Office. Uiteindelijk deden we dat niet, uit overtuiging. Een ander probleem dat we reeds ervaarden, is het vinden van geschikte vormingen. Nascholingen basisgebruik Writer vind je nog. Maar gevorderde cursussen rond het opzetten van databases? Wij vonden er geen. Als de overheid Open Source Software wil promoten, zal zij dus niet enkel moeten instaan voor de bekendmaking ervan, maar ook technische ondersteuning moeten voorzien. Tenslotte zal ze ook een degelijk uitgebouwd vormingsaanbod moeten uitwerken. Vroeger kon men voor Open Office vormingen toegepast op onderwijs terecht bij het REN (Regionaal Expertise Netwerk). Maar ik vraag me af of dit nog bestaat.

    BeantwoordenVerwijderen