woensdag 28 december 2011

Leertechnologie, de lego van innovatief onderwijs?

We zien dat alle elektronische leeromgevingen (elo’s) de laatste jaren aan populariteit hebben gewonnen. Dit zien hebben we ook gezien in onze les leertechnologieën.

Alle elo’s verschillen van elkaar en zijn dus meestal niet compatible met elkaar. Dit kan vervelend voor de mensen zijn als ze verschillende elo’s met elkaar willen verbinden. Misschien is hier een oplossing gevonden via de learning technologies.

Er is gebleken dat vele mensen leertechnologieën gebruiken, maar ze gebruiken meestal zelf ontworpen leertechnologieën. Iedereen wil maximale flexibiliteit en vrijheid met leerinhouden en leerprocessen op maat (custom made) en wil zich niet laten inperken door technologische eisen of standaardoplossingen van buitenaf: het zogenaamde ‘not invented here-syndrome’. Door deze visie is iedereen nu op zichzelf gericht en is er maar een minimale samenserking met collega’s en deze minimale samenwerking staat de innovatie in de weg.

De verwachtingen in de praktijk lopen sterk uiteen en verschillen per gebruikersgroep. Door deze verschillende verwachtingen is het moeilijk om één standaard theorie uit te werken. Voor het realiseren van deze verwachtingen is echter meer nodig. De leerobjecten moeten kunnen samengesmeed kunnen worden. Dit samensmeden moet gestructureerd gebeuren, elk leerobject kan niet zonder meet op een ander leerobject opgestapeld worden.

We kunnen dit vergelijken met legoblokken. Dit was ook helemaal gestandaardiseerd. Er waren we verschillende vormen, groottes, kleuren, maar elke van deze blokjes had dezelfde pinnetjes om deze aan elkaar te linken. Als de onderwijsmakers dit nu ook zouden kunnen verwezenlijken, dan kan iedereen vertrekken van één standaard, waar iedereen dan op voortbouwt. Een belangrijke uitdaging hierbij is gemeenschappelijk te werken en op zoek te gaan naar gemeenschappelijk structueren en leerdoelen.

“ Without those frameworks people are left with lego’s, but nothing to make out of
them, to give them purpose.”

Zolang er geen leertechnologie-standaards bestaat, zullen we moeten uitgaan van specificaties die door de meeste bedrijven, instellingen en universiteiten worden gebruikt.

In de toekomst moet er vooral gekeken worden naar de samenhang tussen de verschilleden leerobjecten en leerprocessen op het niveau van complete onderwijssituaties.

Voordelen:

- 1 geheel voor iedereen

- Maximale samenwerking

- Geen concurrentie meer

- Iedereen gelijk, alles makkelijker


Nadelen:

- Meerdere systemen, meerdere ontwikkelingen - 1 systeem, 1 ontwikkeling



Bron

http://dspace.ou.nl/bitstream/1820/89/2/OI%20artikel.pdf

1 opmerking:

  1. Ik ben akkoord dat er meer samenwerking zou moeten bestaan omtrent deze leertechnologieën en internetplatforms gebruikt in universiteiten.

    Hier in België gebruiken we elk een ander platform, een andere technologie, een andere methode. Maar we gebruiken er tenminste 1! In vele landen wordt nog geen enkele technologie gebruikt in (ook kwaliteitsvolle) universiteiten. In sommige universiteiten worden er verschillende platforms gebruikt per faculteit en soms zijn er zelfs per professor verschillende methodes.
    Misschien zou het in Europa een doelstelling moeten zijn om een gemeenschappelijk platform te maken voor al deze universiteiten. Een toegankelijke technologie voor iedereen.
    Dit zou onder meer samenwerkingsverbanden tussen universiteiten, hogescholen, middelbare scholen vergemakkelijken. Maar ook samenwerkingsverbanden in het buitenland zoals Erasmusprojecten. De administratie zou vast gemakkelijker kunnen verlopen maar ook voor de Erasmusstudenten zelf in het buitenland zou dit een groot voordeel zijn. Velen van hen moeten immers vanuit het niets met technologieën werken of ineens zonder een platform hun plan trekken.

    BeantwoordenVerwijderen